Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ten einde nu van [9]veertig jaren is het geschied, dat Absalom tot den koning zeide: Laat mij toch heengaan, en mijn [10]gelofte, die ik den HEERE beloofd heb, te [11]Hebron betalen. 9. Waarvan af deze veertig jaren te rekenen zijn, is onzeker, alzo de heilige Schrift dat niet vermeld en verscheiden gevoelen daarvan is. 10. Hij bedekt zijn heilloze samenzwering met een schijn van heiligheid, om zijn vader te bedriegen, en voor het gemene volk zijn regeerzucht te verbergen. 11. Een plaats, die door veel aanmerkelijke zaken zeer vermaard was in Israel. Zie Gen.23:2, boven, hfdst.2 vs.3, en hfdst.5 vs.1, enz.